Categorie archief: Droom
De pont
Droomtaal
Zij droomt en gaat de mist in van het
weten, kind dat uitvergroot en onbekommerd
van de voet belicht de lippen voelt
immense ogen op het hoofd
een Appel is die taal, gestalten van een
omvang en reliëf die het meteen herkent
als zij de zaal betreedt waar dromen staan
te doek gegrift als jonge tijd
mismaakt de streling in haar vingertoppen
handen als verstilde monsters op het laken
hel de klank van dagen in te kleine oren
stil het zweven en het sluiten van een poort
dicht de ogen wek het wiegeslapen
oren die zich krullen om de moederstem
draag het braakland aan van nieuwe dagen
zing haar veilig terug de ochtend in.
Zomersneeuw
De randen van de stad zijn wit
van zachte, uitgebloeide vlokken, mensen-
zwermen van gewicht en onbestemde ogen
De witte wind herinnert dat de winter
die je koud geproefd, nog roerloos gadeslaat
je droomt een wuivend handgebaar
als in een spiegel van gesloten deuren
eindeloos vertrekken, in de knop
een liefde die zich vinden laat
Een halte is de tijd, waar je seizoenen past
je winterliefde in een zomerjas, stiller dan
de vlokken, waterlelies op een blad.